1. De montage begint vóór de montage. Ofwel: bedenk voordat je begint met filmen wat je wilt vertellen en welke beelden daarvoor nodig zijn (maak bv altijd een totaalshot van de locatie om mee te kunnen beginnen of eindigen of een bruggetje te maken). Zo voorkom je dat je met een berg materiaal zit waar je niks mee kunt.
2. Werk stap voor stap. Om het overzicht te houden over wat je aan het doen bent, laad de beelden die je wilt gebruiken één voor één in je montageprogramma. Haal vast de stukjes die je echt niet gaat gebruiken, weg en zie hoe je verhaal groeit. Daarna kun je nog eenvoudig de volgorde veranderen.
3. Probeer eens wat uit, de ongedaan-maken-knop is geduldig: ervaar het verschil tussen beginnen met een totaalshot van de situatie, of beginnen met een close up. Bedenk daarbij wat je doel(groep) is, wil je de kijker stap voor stap informeren of is het spannender als deze niet direct weet waar het filmpje over gaat? En probeer aan het eind hoeveel korter je filmpje kan, je zult verbaasd zijn over de sprongen die een kijker kan maken.
4. Ik kan het niet genoeg benadrukken: wees terughoudend met muziek en gebruik geen effecten (ook geen effectovergangen dus)! Je overschreeuwt daarmee de boodschap van je verhaal, schept afstand tot de authentieke beelden die je hebt gefilmd, stoot mensen af die de muziek niet leuk vinden, en zet jezelf neer als een echte amateur. En dat wil je niet, toch.
Meer weten? kijk op filmenmetjesmartphone.nl/agenda en/of doe aanstaande woensdagavond 22-3 mee met de workshop Monteren met je smartphone in MFC De Pluk te Geldermalsen. Aanvang 19.30 uur, aanmelden info@annelotteverhaagen.nl